De samenstelling van de economie is erg veranderd door de eeuwen heen. In de vroege middeleeuwen was er nauwelijks sprake van een economie. Er waren heel veel boeren die allemaal zelfvoorzienend waren. Al het eten en de andere producten die zij produceren hielden zij voor zichzelf, eventuele ruilhandel daar gelaten. Langzaam kwam er weer meer geld in omloop. Dit kwam omdat de landbouwtechnieken verbeterd werden. Hierdoor waren er veel mensen vrij van het werk als boer en konden zij zicht richten op het leveren van diensten. Om hier voor betaalt te worden, moest geld weer in het leven geroepen worden. Langzaamaan werden er steeds meer diensten geleverd, als in de vorm van bijvoorbeeld goudsmid of pottenbakker. In het begin van de 19e eeuw werden er fabrieken gebouwd. Door het ontstaan van de stoommachine en de transportrevolutie kon er meer gehandeld worden en moest er dus ook meer gemaakt worden. Dit kon met apparaten die in fabrieken stonden op hoog tempo. Daarom gingen mensen daar werken. De economie bestond nu dus uit mensen die in de fabrieken werkten, de arbeiders, en mensen die in de landbouw werkten. In de jaren daarna kwam de nadruk meer te liggen op de diensteneconomie. Door bijvoorbeeld artiesten die zongen, dansten en acteerden. Dit breidde zich steeds meer uit. Met de komst van het internet werd hier nog een keer een grote slag geslagen. Want via het internet kon iedereen makkelijk zijn diensten aan bieden. Diegene hoeft alleen maar een webshop laten bouwen en dan kan hij zijn diensten aanbieden. Diegene die de website dan bouwt of verantwoordelijk is voor de ontwikkeling website, heeft dan ook weer een mogelijkheid om zijn diensten aan te bieden. Daarom is de dienstensector op het moment de grootste sector in welvarende landen, groter dan bijvoorbeeld de arbeid en de landbouwsector. |
https://www.edit4u.nl/ |
